Sla
Planten
Zaaien: sla is een lichtkiemer, bedek de zaden met een heel dun laagje grond van maximaal 2 mm. Zet ze op een koele en lichte plaats. Hou de grond vochtig met een plantenspuit, niet overmatig omdat de zaden dan gaan rotten of niet uitkomen. Zaaien kan van maart tot half augustus.
Kan zowel in volle grond als in bloembakken of in de serre. In vruchtbare, losse grond, op een zonnige tot halfschaduw plaats.
In de serre vanaf februari. In volle grond vanaf half maart tot september.
Plant de slaplantjes 4 cm diep, in rijen van 25 cm.
Verzorging
Geef bij droogte voldoende regenwater, liefst in de ochtend.
Ook niet teveel water, anders gaan de bladeren rotten. Een slaplant mag nooit uitdrogen, dan worden de bladeren taai en de bladranden bruin.
Groeihoogte
20 cm.
Winterhard
Nee.
Snoeien
Nee.
Bloei
Sla gaat doorschieten en bloeien tijdens de langste dagen van het jaar.
Doorgeschoten sla wordt niet meer gegeten, de smaak van de sla is niet meer optimaal.
Bestuiving
---
Oogst
Ongeveer 10 weken na het zaaien. Zodra de krop stevig is, wordt hij vlak boven de grond afgesneden.
Extra info
Slaplanten hebben relatief veel bladeren in verhouding tot hun redelijk zwak wortelgesteld. Daarmom moet de grond los en vochtig zijn. Op een droge, zandige plak of op zware kleigrond zal de teelt niet zo makkelijk verlopen. Werk daarom compost, verteerde stalmest of champost door de grond. Voldoende organisch materiaal is noodzakelijk om het vochtgehalte van de bodem op peil te houden.