Stekken
Stekken kost vrijwel niks en leveren nieuwe sfeermakers, potentiële cadeautjes of leuke ruilplantjes op.
Wanneer je zeker wil zijn dat planten die je wil vermeerderen dezelfde eigenschappen hebben als de moederplant, is stekken een goede oplossing.
Stekken kan op allerlei manieren, via de stengeldelen, bladeren of wortelstukken.
Gebruik zaai- en stekgrond, zo kan het overtollige water snel afgevoerd worden en zullen de stekken niet rotten.
Een goede snoeischaar en een scherp mes zijn noodzakelijk bij planten stekken. Stekpoeder kan een hulpmiddel zijn, wees zuinig ermee.
Na het maken van een stek moet de grond altijd goed worden aangedrukt om verdamping te voorkomen. Je kan de stek afdekken met folie, dit geeft soms extra kans op slagen, maar is niet altijd nodig.
Plaats stekken nooit op een zonnige plek.
Stengelstek
Kruidachtige planten kan je in het begin van de zomer stekken. Neem een stevige jonge scheut van bladeren die volgroeid zijn. Snijd de stengel vlak boven de knop schuin af.
Hielstek
Een jonge scheut met een stukje bast wordt losgetrokken van de moederplant. Haal de onderste bladeren weg.
Kopstek
Bij kruidachtige gewassen kan je een kopstek nemen. Snijd met een mes een stek uit de top van ongeveer 10 centimeter. Haal de onderste bladeren weg en plaats ze in de grond.
Houtstek
Neem een volledig uitgegroeide scheut van een bladverliezende plant. Houtstekken worden in de winter gemaakt. De stek moet stevig zijn, de dikte van een potlood tot een duimdikte en een lengte van ongeveer 20 centimeter hebben.
Snijd de stengel af boven een eindknop. Zet op een beschutte plaats in de tuin.
Topstekken
Aan het einde van de zomer kan je topstekken nemen van groenblijvende heesters.
Wortelstek
Een wortelstek neem je wanneer de plant in rust is. Van de wortel worden enkele stukken gesneden, ontdaan van haarwortels en in stukken van 5 centimeter in stekaarde geplant.
Luchtwortels
Bij hangplanten groeien er kleine plantjes uit de stengels met luchtwortels. Snijd deze af en plaats ze in een potje met aarde of in een vaasje met water.
Bladstekken
Bij sommige cactussen en vetplanten kan je een blad van de plant snijden, laten drogen tot de wond genezen is en in de grond stoppen.
Andere manieren:
Afleggen
Scheuten worden naar de grond geboden en vast gezet met een kram in de aarde. Op de plaats waar deze in de grond komt wordt de scheut een klein beetje beschadigd, daar zullen zich wortels gaan ontwikkelen.
Uitlopers
Aan de moederplant verschijnen uitlopers met nieuwe plantjes. Van zodra deze geworteld zijn, kan je ze losknippen van de moederplant.
Scheuren
Om een plant te scheuren, dien je de plant eerst uit te graven. Verwijder de meeste aarde van de wortelkluit en scheur in stukken. Bij grotere of oudere planten verdeel je de wortelkluit met een spade.
Planten die je makkelijk kan vermeerderen:
Aardbeien: aan de moederplant verschijnen uitlopers met nieuwe plantjes. Laat de plantjes wortelen, daarna kan je ze afknippen en zullen ze zelfstandig verder groeien.
Witte bessen: te vermeerderen door winterstek, wanneer je de struiken in de winter snoeit. Neem jonge krachtige takken die bij voorkeur het jaar ervoor gegroeid zijn. Snijd stekken van 10-20 cm lang. Snijd vlak onder een knop, zodat onderaan de stek een knop zit. Verwijder de onderste knop, zodat wortelvorming gestimuleerd wordt. Steek de stek in de grond, zo diep dat de bovenste knop net boven de grond komt. Steek de stekken in goed los gemaakte grond.
Rode bessen: te vermeerderen door winterstek, wanneer je de struiken in de winter snoeit. Neem jonge krachtige takken die bij voorkeur het jaar ervoor gegroeid zijn. Snijd stekken van 10-20 cm lang. Snijd vlak onder een knop, zodat onderaan de stek een knop zit. Verwijder de onderste knop, zodat wortelvorming gestimuleerd wordt. Steek de stek in de grond, zo diep dat de bovenste knop net boven de grond komt. Steek de stekken in goed los gemaakte grond.
Aloë vera: vormt zelf nieuwe plantjes. Deze kan u uit de pot nemen. Laat ze enkele dagen drogen en zet ze dan in een apart potje met cactusgrond of potgrond gemengd met zand.
Vijg: neem meerjarig hout van minstens 1,5 centimeter dikte en 20 tot 30 centimer lengte en verwijder de bladeren en eventueel vijgen die er aan hangen. De kant die in de grond moet, snij je schuin af, de bovenkant snij je recht af. Gebruik eventueel stekpoeder. Plaats de stekken 15 centimeter diep in de aarde en geef voldoende water. Normaal gezien zal het plantje zich na een 4-tal weken ontwikkelen.
Seringen: kan je stekken van november tot maart. Knip houtachtige takken van 20 tot 30 centimeter van de plant die minstens 2 bladknoppen bevatten. Verwijder onderaan de stek de bladeren en zijtakjes. Knip bovenaan net boven een bladknop. Plaats de stekken onmiddellijk in volle grond of in een bloempot met aarde. Geef regelmatig water.
Hortensia: vermeerderen doe je het beste later in de zomer door ze te stekken. Je neemt deze zogeheten halfrijpe stekken van nieuwe groei, maar ze zijn aan de onderkant houtig en zacht aan de bovenkant. De houtige onderkant voorkomt dat de stekken gaan rotten. Snij een stuk stengel vlak onder een oog af met een scherp mes. Verwijder alle bladeren door deze van de stengel te knippen of te trekken. Plaats de stekken in neutrale stekgrond of in een mengsel van turfmolm en zand. Je kunt de stekken per stuk in een pot zetten, of met meerdere bij elkaar.
Druiven: knip een stuk snoeihout recht af van ongeveer 10 cm. Doe dit op zo'n manier dat er 1 knop zicht in het midden en aan elke kan 5cm scheut. Je kunt de druiven stekken in een pot of bak met potgrond gaan opkweken. Van zodra een blad verschijnt, een zakje over de plant schuiven, zodat het plantje niet uitdroogt.
Lavendel: stekken tussen juni en augustus. De stek heeft dan nog genoeg tijd om voor de winterrust te wortelen. Daarvoor heeft hij ongeveer twee maanden nodig. Knip een takje van 5-8 cm van de plant en haal de top eruit. Verwijder de onderste blaadjes en snij de steel schuin af. Plaats ze in de grond, geef regelmatig en zet ze niet in de zon.
Braambessen: vermeerderen kan door middel van wortelstek, zomerstek en afleggen. De beste tijd om te stekken is augustus - september.
Frambozen: een frambozenplant ontwikkelt veel uitlopers die je kan uitgraven en met worteltjes kunt oppotten in potgrond.
Bananenplant: nieuwe uitlopers worden gevormd vanuit de wortelstokken. Steek de plantjes af en zet ze in een pot met aarde. Geef regelmatig water.
Basilicum: Scheur vanuit de kluit in stukken en zet de aparte stukken in een eigen pot met potgrond.
Cactusvijg: knip schijven uit de plant (op het smalste gedeelte), laat ze enkele dagen drogen en plaats ze in cactusgrond. Ondersteun de plant met prikkers aan beide kanten, tot ze geworteld zijn. Geef af en toe een klein beetje water.
Bosbessen: winterstek via hiel- of wortelstek (november - maart): het stekhout moet een koudeperiode gekregen hebben op te kunnen wortelen. Zomerstek: (juni-juli)gebruik jonge zijscheuten van 10 centimeter lang, verwijder de onderste bladeren.
Zwarte bessen: december tot februari twijgen van gezond eenjarig hout van de zwarte bes snoeien. Snij op een vorstvrije dag een takje van ongeveer 40 à 50 cm af uit het eenjarige hout. Eenjarig hout is blinkend bruin, tweejarig hout is mat. Van de stekken snij je de bovenkant af. Zo hou je stekken over van gemiddeld 30 cm. Zet die stekken samen voor één derde in volle grond of in een pot in open lucht waar ze enkele maanden mogen blijven staan om te wortelen. Het eerste jaar groeit uit de stekken een struik en pas het tweede seizoen zal je bessen krijgen.
Ontdek in onderstaande links alle kweektips...